-
1 description
description [deskriepsjõ]〈v.〉♦voorbeelden:f -
2 faire, donner la description de qn.
faire, donner la description de qn.Dictionnaire français-néerlandais > faire, donner la description de qn.
-
3 tracer
tracer [traasee]〈 werkwoord〉3 beschrijven ⇒ aangeven, schilderen♦voorbeelden:3 〈 figuurlijk〉 tracer le chemin, tracer la voie à qn. • iemand de weg aangeven, het voorbeeld geventracer un tableau sommaire • een kort overzicht gevenv1) traceren, afbakenen2) tekenen3) trekken [lijn]4) beschrijven5) uitstippelen -
4 cercle
cercle [serkl]〈m.〉1 cirkel ⇒ cirkelomtrek, -vlak2 kring ⇒ gebied, omvang, sfeer4 kring ⇒ club, sociëteit, gezelschap♦voorbeelden:décrire un cercle • een cirkel beschrijvenen cercle • in een kring, in het rondm2) kring3) ring, hoepel4) club, gezelschap -
5 défier
défier [deefjee]1 uitdagen2 tarten3 trotseren ⇒ zich blootstellen aan, onder ogen zien♦voorbeelden:je te défie de résoudre cette énigme • ik wed dat je dit raadsel niet op kunt lossenune analyse défiant toute critique • een waterdichte analyse1. v1) uitdagen2) tarten, trotseren2. se défierv
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский